Foto Dutch Heritage Photography
HORREKOOI
Horrekooi
Naam: Horrekooi
Eerste vermelding: 1890
Ligging: Terschelling, Oosterend, De Grië
Aantal vangpijpen: 4
Recht van afpaling/aantal meters: nee
Grootte: 2.31.55 hectare
Kooitype: Terschellinger
Landschap: Op een kwelder van de Waddenzee.
Eigenaar: Staatsbosbeheer en circa 23 particulieren
Kooiker(s): Douwe Stada, Marieke Wartena & Roelof de Jong
Huidige functie: Vangkooi
Vrij toegankelijk: Nee
De naam
De Horrekooi is ook bekend als Derde kooi of Mierekooi. Voor de naam Horrekooi zijn verschillende verklaringen gegeven, maar naar de juiste is het gissen. Hoorn is een oud woord voor hoek en deze plek was ooit de oostpunt van het eiland. Dit zou een mogelijke verklaring kunnen zijn. De naam Mierekooi heeft de kooi te danken aan de oprichters Jacob Arends Mier (1835 – 1932) en Niltje Rijnders Mier (1830 – 1914). Derde kooi verwijst naar de ligging (van west naar oost) en ouderdom van de kooien gelegen op de Grië.
Zicht op de kolk van de Horrekooi door een kijkgat (foto Gerard van Looijengoed - Landschapsbeheer Friesland)
Kwel
In december 1890 kregen twee families Mier uit Oosterend samen toestemming om een eendenkooi op te richten. Dit werd de Horrekooi. De Horrekooi is vrij laaggelegen in het landschap en er is enige kwel uit de duinen. Toch is de kooi voornamelijk afhankelijk van regenwater voor het vullen van de kolk.
De vangsten
De vangsten waren in de periode 1900 – 1930 goed, mogelijk de beste van de vier kooien op de Grië. Op topdagen werden 50 tot 60 eenden per dag gevangen. Het zijn voornamelijk smienten, talingen en pijlstaarten. Doeke Alberts Mier is een van de kooikers die de honing van de bijen uit de omgeving gebruikt om het voer bij te mengen.
Gebaggelde turf
Doeke Alberts Mier gebruikt ook smeulende turf om zijn lichaamsgeur te maskeren. Dit doen we meer kooikers, maar Doeke had een sterke voorkeur voor Zwartsluizer turf. Deze turf werd gebaggeld (onder de waterspiegel gedolven) en op een zogenaamde legakker gelegd om te drogen. Als het veen droog genoeg was kon het in turven worden gesneden. Dit proces zorgde voor een erg dichte structuur. Wanneer de kooiker een gebaggelde turf aanstak, ontstond er geen open vuur, maar smeulde deze slechts. Hoewel biologen ervan uit gaan dat eenden een slecht reukvermogen hebben, waren er kooikers die overtuigd waren van de positieve effecten.
De Horrekooi ligt echt aan de rand van de Waddenzee (foto Gerard van Looijengoed - Landschapsbeheer Friesland)
Invloed van de Afsluitdijk
Sinds de afsluiting van de Zuiderzee begin jaren ‘30 van de vorige eeuw is de Grië een stuk smaller geworden en komt het zeewater dichter bij de daar gelegen eendenkooien. Ook is de vloed hoger dan voorheen, vooral tijdens hoogtij én storm uit het westen. Tijdens de storm van 1953 kon het dan ook gebeuren dat een stormvloed over de dijk sloeg en de Horrekooi vulde met zilt water. De schade werd hersteld, maar daarna kwam er vaker zeewater in de kooi. Wanneer het genoeg regende, kon de kooi worden doorgespoeld en was er geen probleem. Helaas ging het in 1976 goed mis. De dijk brak door en de kooi vulde zich weer met zeewater. De zomer die daarop volgde, was het erg droog. Het ontzilten ging traag en veel bomen rond de kooi stierven door een te hoog zoutgehalte. Daarna lag de kooi er vervallen bij.
Herstel
In 1979 werd de kooi voor 20 jaar gepacht door Cor Mast die begon met herstelwerkzaamheden. De dijk rond de kooi werd de hoogste van alle kooien op de Grië en alle vangpijpen werden vernieuwd. In 1984 was de grootste schade hersteld. In 1987 namen Jort Smit, Gossen Smit en Gerrit Swart het over. Zij zetten het herstel voort. Om de kosten te dekken, organiseerden zijn enkele jaren excursies. Maar toen alles in 1989 gereed was, stopten zij hier weer mee.
De dijken rond de Horrekooi zijn de hoogste van alle kooien op de Grië (foto Gerard van Looijengoed - Landschapsbeheer Friesland)
Na een flinke overstroming in 1990 was er ondanks de dijk weer geld nodig voor herstel van schade. En ook in 2007 ging het weer mis. De kooi liep vol met zout water door de hoge zeewaterstand. Gelukkig kon de kooi steeds worden hersteld. Tegenwoordig vormen de konijnen in de dijk het grootste gevaar voor de kooi. Zij tasten de dijk aan, waardoor er een groter instortingsgevaar is.
Kongsi
Als de Kongsi van de Eendenkooi klaar is, is de dijk weer bedrijfsklaar. Daarnaast heeft het kooibos een aantal nieuwe bomen gekregen.
Overzicht Kooikers
Jacob Arends Mier 1936
Jacob Smit, Willem Bakker en Andries Groendik 1934 - 1940 (Zie ook 9. Takkenkooi)
Doeke Alberts Mier, Cees Haan, Iemke Schaap, Oene Hek en Piet Bierema na 1945
Rel Bakker 1956
Albert Tjalfs Mier – 1974 (Zie ook 11. Rimkeskooi)
Cor Mast 1979 – 1987
Jort Smit, Gossen Smit en Gerrit Swart 1987 – 1994
Rengert de Vries 1994 – 2002
Gossen Smit 2002 - 2012
Ed Planting, nu Roe de Jong en Marieke Wartena 2012
Literatuur
- A. Kok: Aastermiede & Wachthuusplak. Veldnamen op terschelling in duin en polder. Van Gorcum, Assen (2006)
- P. Lautenbach: Eendenkooien. De laatste heiligdommen van Terschelling. Van Gorcum, Assen (2010).
- T.W. Dekker: Terschelling … de Grië. Terschellingreeks 8, stichting Ons Schellingerland (1986).