Foto Dutch Heritage Photography
KORVERSKOOI
Eerste vermelding: 1854
Ligging: Texel, ten noordwesten van De Koog
Aantal vangpijpen: 4
Recht van afpaling/aantal meters: 1130
Grootte:
Kooitype:
Landschap: is gelegen in de binnenduinrand van Texel
Eigenaar: Staatsbosbeheer
Kooiker(s): Leo Daalders
Huidige functie: Vangkooi (onderzoek)
Vrij toegankelijk: nee
Naamgeving
De Korverskooi is genoemd naar Dirk Korver. Hij kocht en vernieuwde de kooi in de jaren dertig van de vorige eeuw. Daarvoor stond de kooi bekend als de Akyab of Akiab kooi. Akyab was een boerderij vanuit waar de kooi werd beheerd. Deze boerderij is vernoemd naar een havenstad in de Golf van Bengalen. De naam is te danken aan M.J.Teenstra, die in Eierland van 1835 tot 1837 directeur van de Landbouw was. Teenstra had de Oost bezocht, waaruit zijn keus voor exotische namen als Akyab verklaard kan worden.
Op deze kaart uit 1835 is de situatie rond de Koverskooi voor de aanleg weergegeven. De voormalige slenk is met enig voorstellingsvermogen wel te herkennen. (bron: steendruk in kleur; 17,5 x 26,5 cm: Kikkert, I.L., Noord-Hollands Archief / Provinciale atlas - kaarten en kaartboeken, NL-HlmNHA_0077)
Rond 1842 werden enkele kreken afgedamd en werden zo afgescheiden van de zee. In een van deze afgedamde kreken is deze eendenkooi aangelegd. "Er zit hier een kwel onder," weet kooiker Leo Daalder. "Vroeger, voor de drooglegging van Eierland, liep er een kreek door dit gebied. Daar kun je een stok twee meter in de grond steken en dan kom je nog geen harde laag tegen.’’
In 1931 kocht Dirk Korver de kooi via een publieke veiling van de familie Thomassen. Hij liet een huis bouwen en woonde hier samen met zijn vrouw. De kooi was een relatief goed vangende kooi in die tijd. In het vangseizoen van 1951-1952 werden op de kooi 7246 eenden gevangen, waarvan 3100 talingen. Zeker geen slechte vangst.
Reservaat
In 1961 kocht Staatsbosbeheer de kooi en de omliggende grond ten behoeve van natuurbescherming. De koop maakte het mogelijk de kooi te koppelen aan de overige terreinen van Staatsbosbeheer en zo een reservaat van ruim 2000 hectare aan verschillende natuurtypen te realiseren.
Staatsbosbeheer kocht een kooi die in prima toestand verkeerde. Het kooibos bestond uit een regelmatig afgezette elzenhakhout. Ook kwamen er vrij veel sneeuwklokjes voor, nog een overblijfsel van de teelt van deze plantjes. Bij de koop zat alles inbegrepen. Dus ook de pomp die in de winter gebruikt werd om de kolk en de vangpijpen (gedeeltelijk) ijsvrij te houden. De pomp bracht relatief warm grondwater van meer dan twintig meter diepte naar de oppervlakte. Op deze manier bleef de kolk zelfs tijdens strenge vorst ijsvrij. Dit was voor een succesvolle vangst van groot belang.
De topografische kaart uit ca. 1961, het jaar dat Staatsbosbeheer de eendenkooi koopt. (bron: Topografische dienst, Kadaster)
Ziekenboeg
Na 1961 werd het beheer gericht op de waarde als vogelrustplaats te behouden en versterken. Door de ligging is de kooi een belangrijke plek voor vele trekvogels. De kooi wordt tevens gebruikt om de trekverschijnselen van verschillende vogels te bestuderen. Ook diende de kooi sindsdien als ringstation en als een soort ziekenboeg. Vogels die door eilanders werden gevonden, werden naar de kooi gebracht om te herstellen. Natuurlijk werd ook bij deze vogels een ring om de poot gedaan.
Helgolandinstallatie
In 1963 werd door het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen toestemming gegeven voor het plaatsen van de eerste Helgolandinstallatie van Nederland. Dit is een soort grote fuik, gemaakt om op grote schaal vogels te kunnen vangen om ze te ringen. De resultaten die door de inspanningen in de Koverskooi zijn gedaan, zijn voor de wetenschap van groot belang geweest. De installatie is nog steeds aanwezig. Het is de enige in haar soort in Nederland.
Een voorbeeld van een Heligoland installatie. Deze val stond bij Pape (letland) en werd gebruikt om vleermuizen te vangen ten behoeve van onderzoek naar vleermuizentrek. (foto: Jasja Dekker)
Tegenwoordig zijn Leo Daalder en Sander Legierse kooiker en zorgen zij voor het onderhoud aan de kooi. De paden worden vrij gehouden van bladeren om de eenden zo min mogelijk te storen. Ook wordt er gebruik gemaakt van smeulende turf om de geur van de kooiker te maskeren. Leo gebruikt daarvoor turf uit het Bargerveen (nabij Emmer-Compascuum). Het riet voor de schermen wordt uit Genemuiden gehaald.
Kooiker Leo Daalder kijkt uit over de kooiplas
Literatuur
- Daalder, L. (2010). De Korverskooi. In: Historische Vereniging Texel, nummer 97 (december 2010), p. 38-39.
- Milder, H. , (1989). Eendenkooien. In : De Skor, 1989, nr. 2 pp. 38-41
- Bruin, K. en E. van der Spek (2012). Veldnamen in de duinen van Texel. Stichting Natuurmedia, Amsterdam.