X

Ringwerk


Hier vindt u informatie over het ringwerk dat de kooiker verricht, wanneer er op de eendenkooi eenden zijn gevangen. 

  • Wat komt daar allemaal bij kijken en wat is er zoal voor nodig?
  • Welke praktische handelingen zijn aan de orde bij het ringen en opmeten van biometrische gegevens? 
  • Wat is de rol en betekenis van het Vogeltrekstation bij het ringwerk en hoe wordt de administratie van ringgegevens bijgehouden? 

Voorts wordt ook een beeld geschetst van de historie van het ringen van vogels en het ringen op eendenkooien, op welke kooien wordt geringd, en welke soorten eenden men daar aantreft. Naast al deze praktische zaken wordt ook ingegaan op hoe men ‘ringer’ kan worden.



Het Vogeltrekstation


Het ringen van vogels is in Nederland, net als in andere landen, alleen mogelijk met een individuele vergunning van het Vogeltrekstation. In de ringvergunning staat precies omschreven welke soorten in welke gebieden en met welke vangmiddelen mogen worden gevangen en geringd. De vergunning is uitsluitend bedoeld voor het vangen en ringen ten behoeve van de wetenschap. Het Vogeltrekstation administreert en beheert de gegevens van alle geringde vogels in Nederland. Ook terugmeldingen van geringde vogels komen bij het Vogeltrekstation aan en worden er geadministreerd. Het Vogeltrekstationen vormt het expertisecentrum voor het ringwerk in Nederland. Ook organiseert het Vogeltrekstation samen met de WREN certificeringbijeenkomsten voor de kooikers en ringers. Het doel hiervan is het onderling delen en uitwisselen van (praktische) kennis en werkwijzen bij het ringen gestandaardiseerd toe te passen.



De Ringersvereniging


De ringersvereniging vertegenwoordigt de ringers binnen het Vogeltrekstation en heeft een samenwerkingsverband met het Vogeltrekstation. Aangezien er een samenwerkingsverband is met het Nederlands Instituut voor Ecologie ten aanzien van het Vogeltrekstation, is de Ringersvereniging bij de besluitvorming betrokken. Leden worden op de hoogte gehouden middels nieuwsbrieven. De vereniging is actief met het samenstellen en inrichten van een website en een archief voor determinatiemateriaal van vogels. Leden krijgen middels een inlogcode toegang tot dat archief. Ook wordt er een jaarlijkse ringersdag georganiseerd. De WREN werkt nauw samen met de Ringersvereniging. Alleen ringende kooikers, dus personen met een machtiging om vogels te ringen kunnen lid worden van de Ringersvereniging (RV).



Waarom vogels ringen?


Aanvankelijk had het ringen van vogels als doel het ontrafelen van trekwegen en het ontdekken van broed- en overwinteringsgebieden. In die opzet is het ringonderzoek volledig geslaagd: vrijwel alles wat over vogeltrek bekend is voornamelijk gebaseerd op ringonderzoek. We weten nu dat de meeste van onze broedvogels overwinteren in het westen en zuiden van Afrika, dat oostelijke populaties via Israël trekken en westelijke populaties via Spanje. Ook weten we dat de Sahelzone een belangrijk gebied is voor veel van onze trekvogels, waar ze zich voorbereiden op de sprong over de Sahara en afhankelijk zijn van regenval. Blijven de regens uit dan is de kans op overleving gering. Van andere vogelsoorten die in Nederland broeden trekt een deel weg terwijl een ander deel blijft; aanpassen aan winterse omstandigheden of wegtrekken naar warmere streken, twee naast elkaar bestaande strategieën die in frequentie toe- en afnemen onder invloed van de strengheid van onze winters. Ringonderzoek heeft ook bijgedragen aan het begrijpen van het hoe en waarom van de trek: hoe vogels gebruik maken van een keten van ‘stop-over’gebieden, en in korte tijd enorme vetvoorraden aanleggen – en weer kwijt raken - om hun tocht te kunnen volbrengen. 
Een ware klassieker binnen het trekvogelonderzoek is het eenvoudige maar geniale experiment dat professor Perdeck, lange tijd hoofd van het Vogeltrekstation, uitvoerde in de jaren vijftig. Door spreeuwen tijdens de najaarstrek in Nederland te vangen en te verplaatsen naar Zwitserland alvorens ze, voorzien van een metalen ring, weer los te laten, ontdekte hij dat de volwassen vogels in staat waren zich een beeld te vormen van hun positie op de aarde, en hun trek daaraan aan te passen, terwijl jonge vogels dat niet konden en zich niet bewust van de verplaatsing, in dezelfde richting doorvlogen en in het verkeerde overwinteringsgebied belandden. Hoe dat fantastische kompas precies werkt is overigens tot op de dag van vandaag onbekend.


 

 

Secretariaat Kooikersvereniging

Dhr. D. N. Kooiker

Marshoekersteeg 7

7722KP Dalfsen

kooikersvereniging@gmail.com

 

 


© 2024 Kooikersvereniging

powered by Natuurlijk !