Het vangen
Het vangen gebeurt traditioneel met een kooikerhondje.
De vangpijpen zijn zo ingericht dat de hond aan de binnenzijde van de vangpijp in het zicht van de eenden verschijnt. Hij loopt rondjes rondom enkele rieten schermen en verschijnt steeds weer in het zicht van de eenden. De wilde exemplaren worden nieuwsgierig en voelen zich aangetrokken tot de kooihond en zwemmen de vangpijp in, achter het hondje aan. De kooiker strooit wat voer over de rietschermen heen en volgt het hele proces door kleine kijkgaatjes in de schermen. Als het hem lukt om de wilde exemplaren de vangpijp in te lokken verschijnt de kooiker onverwacht aan het begin van de vangpijp, in het zicht van de eenden in de vangpijp. De wilde exemplaren schrikken daardoor en vliegen (tegen de wind in, om te kunnen opstijgen) van de kooiker vandaan verder de vangpijp in. De vangpijp is zo geconstrueerd dat de kooiker in het zicht van de wilde eenden blijft om ze verder de vangpijp in te jagen.
Uiteindelijk belanden ze aan het einde van de vangpijp in het vanghokje.
De kooiker kan ook vangen zonder kooihond door alleen voer in de vangpijp te strooien. De makke stal lokt dan de wilde exemplaren die iets van het voer willen meepikken de vangpijp in. Hieronder zie je, incl. tekeningen, alle stappen die de kooiker zet bij de vangtechniek.